Geen producten in de winkelwagen.
Elk paard heeft zijn eigen behoeftes, afhankelijk van factoren als leeftijd, ras, leefomstandigheden en inspanning. Ook het geslacht van een paard is hierop van invloed. Zo hebben merries te maken met een cyclus, waardoor ze hengstig kunnen worden. Daarnaast kunnen merries natuurlijk ook een veulen dragen en zogen.
Bij deze verschillende levensfases van een merrie zijn er ook verschillende voedingsbehoeftes. Aan veel voedingsstoffen kunnen merries zelf komen, maar er zijn ook behoeftes die een merrie door bijvoorbeeld haar levensomstandigheden niet vanzelf binnenkrijgt. Aanvullende supplementen voor merries kunnen hierbij de uitkomst zijn. In deze blog vertellen we je alles over de verschillende fases van merries en over de voedingsbehoeftes die daarbij horen.
De term hengstigheid wordt gebruikt voor de vruchtbare periode van de merrie. Een hengstige merrie heeft de drang om te paren en zal zich anders gedragen.
Vrijwel iedere ruiter heeft een (lichte) voorkeur. Maar wat is, buiten de duidelijke biologische verschillen, nou echt het verschil tussen een merrie, hengst en ruin?
Hengsten zijn mannelijk. Over het algemeen staan hengsten bekend als erg pittig. Om deze reden worden vrijwel alle hengsten gecastreerd, tenzij het plan is met de hengst te gaan fokken. Door het mannelijke geslachtshormoon testosteron vertonen de meeste hengsten namelijk ‘hengstengedrag’. Denk hierbij aan dominantie, bijten, afgeleid worden door merries en agressief gedrag richting andere paarden. Hengsten zijn vaak dan ook niet welkom op pensionstallen en maneges.
Een gecastreerde hengst, een ruin, is echter een ander verhaal. Doordat een ruin zijn vruchtbaarheid kwijt is en minder testosteron produceert, is zijn gedrag stabieler. Ruinen worden over het algemeen dan ook betrouwbaarder en rustiger geschat dan paarden waarbij de geslachtshormonen nog wel volledig actief zijn: hengsten en ook merries.
Merries zijn vrouwelijk hebben te maken met een ovulatiecyclus. Door dit cyclus zijn er in de hormoonspiegel van een merrie constant pieken en dalen wat zich ook vertaalt in schommelingen in gedrag. Merries staan vaak bekend als ‘humeurig’ en met een sterk karakter. Daarnaast worden merries om de paar weken hengstig en zal in deze periode het hormonale karakter versterkt worden.
Hengstigheid kun je herkennen aan verschillende tekenen of symptomen bij een merrie, vooral door gedrags- en fysieke veranderingen. Veelvoorkomende tekenen zijn:
Voor de meeste paardeneigenaren is het erg duidelijk wanneer hun paard hengstig is. Hengstige merries plassen veel, zijn gevoelig voor aanrakingen bij de buik en kunnen ander gedrag vertonen.
Een “pismerrie” is een merrie die tijdens haar hengstigheid opvallend veel plast, vaak in kleine hoeveelheden, als reactie op hengsten. Dit gedrag, gecombineerd met tekenen zoals “knipogen” met de vulva en het draaien van de achterhand, is een natuurlijke manier om hengsten aan te trekken. Hoewel normaal, kan het hinderlijk zijn tijdens training of op stal. Met aanpassingen in voeding of een rustige omgeving kan dit gedrag vaak worden gemanaged.
Een merrie is hengstig wanneer ze vruchtbaar is en van nature de drang voelt om gedekt te worden. Dit gebeurt meestal op regelmatige basis, afhankelijk van haar cyclus.
Hoewel de cyclus van sommige merries in de winter stilligt, kunnen merries theoretisch gezien het hele jaar door hengstig worden. Dit wordt echter een stuk heviger in het voorjaar en de zomer. Door de stijgende temperaturen, aantal lichturen en veranderingen in rantsoen komt de cyclus vanaf maart/februari goed op gang. De cyclus van een merrie duurt vervolgens ongeveer 21 dagen. In deze periode is een merrie gemiddeld 5 tot 7 dagen hengstig.
Wil je jouw merrie graag laten dekken? Dit gebeurt meestal tussen april en augustus, zodat het veulen volgend jaar in het voorjaar wordt geboren. Een merrie is het meest vruchtbaar op de twee laatste dagen van haar hengstigheid. Om de vruchtbaarheid van jouw paard te ondersteunen, is voldoende kwalitatief goed ruwvoer van belang. In een ideale situatie heeft jouw merrie ook toegang tot gras. Gras bevat namelijk belangrijke voedingsstoffen voor de vruchtbaarheid van een merrie, waaronder vitamine E. Als jouw merrie voornamelijk ruwvoer krijgt, kan je de vruchtbaarheid ondersteunen met natuurlijke vitamine E als aanvullend supplement.
Het verschilt per merrie in welke mate de hengstigheid merkbaar is. Aan sommige merries zul je (vrijwel) niks merken, terwijl andere merries in deze periode niet meer gereden kunnen worden. Hengstige merries kunnen door hun hormonen erg gevoelig en prikkelbaar worden, heftig op andere paarden kunnen reageren en in sommige gevallen ook moeilijk handelbaar of zelfs agressief worden naar mensen.
Merk je aan jouw merrie dat zij veel last heeft van haar hengstigheid? Bedenk je allereerst dat dit, naast dat het natuurlijk erg vervelend is voor jou, ook geen pretje is voor je paard. Gelukkig zijn er natuurlijke manieren waarop je jouw paard kan ondersteunen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan rustgevend kruidenmix met L-Tryptofaan, monnikspeper, passiebloem, hop en valeriaanwortel. Zo draagt passiebloem, hop en valeriaanwortel bij aan innerlijke rust en ondersteunt monnikspeper de hormoonbalans van merrie tijdens de hengstigheid.
Is jouw merrie drachtig en is er binnenkort een veulentje op komst? Gefeliciteerd! Tijdens deze leuke maar toch ook spannende periode is het belangrijk dat je merrie alle nodige voedingsstoffen binnenkrijgt, voor zowel zichzelf als voor haar (nog ongeboren) veulen. Wat daarnaast belangrijk is, is dat een drachtige merrie goed op gewicht blijft. Ze mag hierbij niet te dun worden, maar ook zeker niet te dik. Geef daarom jouw drachtige merrie een gebalanceerd rantsoen met voldoende ruwvoer en eiwitten. Een supplement met aminozuren voor merries kan dan ook een gezonde aanvulling zijn voor je drachtige merrie. Aminozuren zijn namelijk de bouwstoffen van eiwitten.
In de laatste twee maanden van de dracht mag je jouw merrie frambozenblad geven. Frambozenblad helpt de baarmoeder en buikspieren voor te bereiden op de bevalling. Bovendien bevordert het kruid het herstel en draagt het bij aan een ontspannen bevalling. Omdat frambozenblad stimulerend werkt op de baarmoeder, mag je het niet vóór de laatste fase van de dracht geven. Wel mag je het blad van de frambozenstruik blijven voeren na de bevalling, omdat het een opwekkend effect heeft op de melkproductie.
Schrijf je in en blijf op de hoogte van alle acties en nieuwtjes!